Bijlage 1 - Financiële doorrekening

Programma 4a. Economie

Nader uit te werken voorstellen

  • Programma Circulaire economie

Het kabinet wil dat Nederland in 2050 volledig circulair is. Dit betekent geen afval meer en volledig hergebruik van grondstoffen. De provincie heeft in lijn met deze ambitie het Grondstoffenakkoord getekend, en daarmee spant zij zich in voor de transitie naar een (meer) circulaire economie. Om de versnelling van de transitie naar een circulaire samenleving een stevige impuls te geven willen we net als andere provincies inzicht bieden in regionale grondstoffen- en materiaalstromen. Op basis daarvan zullen we een regionale grondstoffenstrategie opstellen om de transitie zo efficiënt mogelijk te versnellen. Als onderdeel van deze strategie initiëren en stimuleren we circulaire  ketensamenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheidsinstanties. Dat doen door het ondersteunen van de Alliantie Cirkelregio Utrecht en het aanstellen van ketenregisseurs. Binnen de organisatie verankeren we circulariteit in opdrachten en projecten via circulair opdrachtgeverschap. We bieden daarvoor intern de kennis aan die nodig is om stappen te zetten in deze ontwikkeling.

De te realiseren nieuwe doelen, welke ook zijn opgenomen als meerjarendoel in de geactualiseerde doelenboom van dit beleidsprogramma, zijn:

  • Algemene ondersteuning van het MKB is beter, o.a. bij opvolging eigenaren, internationale handel, transitie naar circulair ondernemerschap;
  • De (triple helix) samenwerking in de regio is krachtiger en effectiever;
  • De transitie naar een circulaire economie gaat sneller;
  • Werklocaties zijn duurzamer (circulair, klimaat, energie, gezondheid).

Een circulaire samenleving vertaalt zich niet alleen binnen het domein economie, maar bijvoorbeeld ook in onze aanbestedingen voor investeringen in mobiliteit, natuur, bedrijfsvoering en andere beleidsterreinen. Ook bij de andere programma’s komt u doelstellingen tegen die raken aan ons streven naar een circulaire samenleving.

In het najaar ontvangt u van ons een uitvoeringsprogramma, wat mogelijkerwijs in 2021 leidt tot een vraag om structurele financiering. Vooralsnog wordt een meerjarig incidenteel budget voorgesteld tot en met 2023.  

Overige ontwikkelingen

  • Koopstromenonderzoek

Dit betreft het uitvoeren van een gezamenlijk onderzoek naar de ontwikkeling van koopstromen in de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht. Dit betreft een afspraak tussen de betreffende provincies om elke 4 tot 5 jaar de ontwikkeling van koopstromen in beeld te brengen. Deze afspraak ligt vast binnen de IPO, Retailagenda en Retaildeal (met het ministerie van EZK), en in onze eigen Retailvisie (2018). Het uit te voeren onderzoek is omvangrijk met bijna 10.000 af te nemen enquêtes in Utrecht. De onderzoeksresultaten geven een belangrijk inzicht in de ontwikkeling van de detailhandel (monitoring) en vormen een basis voor invulling en aanpassing van ons beleid voor versterking van de detailhandelsstructuur in de provincie (zoals vastgelegd in de Retailvisie 2018). Gezien de omvangrijke onderzoekskosten is het noodzakelijk om hiervoor aanvullend budget aan te vragen in deze Kaderbrief.

  • Bijdrage aan Copernicus instituut

Gezond Stedelijk Leven staat hoog op de agenda van GS/PS en de eventuele vestiging van het Copernicus Instituut zou het kennisecosysteem een enorme boost kunnen geven. In de tweede helft van dit jaar wordt bekeken waar dit instituut zich in Europa zal vestigen, waarbij Utrecht één van de kanshebbende regio’s is. Deze kans is recent opgekomen en was niet voorspeld. Er zijn om die reden nog geen middelen hiervoor gereserveerd in de huidige begroting. De vestiging van het Copernicus instituut versterkt het kennis niveau, de ontwikkelcapaciteit, de werkgelegenheid en de reputatie van Utrecht Region op het gebied van Gezond Stedelijk Leven.

Utrecht Regio wil dit toonaangevende instituut graag aantrekken naar onze provincie. Daartoe wordt een gezamenlijk bid opgetuigd vanuit Universiteit Utrecht (UU) in combinatie met Wageningen University & Research (WUR), de gemeente Utrecht (GU) en de provincie Utrecht. Alle partijen dragen bij aan de financiële consequenties van het vestigen van dit instituut. Met twee regiopartijen (Universiteit Utrecht en de Gemeente Utrecht) die substantieel bijdragen aan het binnenhalen van dit instituut kan de provincie Utrecht niet achterblijven. Wij willen bijdragen aan de onrendabele top van de huisvesting van Copernicus De provincie Utrecht zal deze kosten moeten dragen om deze huisvesting mogelijk te maken. De GU draagt al op andere wijze bij en UU brengt de benodigde grond om niet in.

Op de lange termijn loopt de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de PU achter op de bevolkingsgroei van PU. Het aantrekken van dit instituut heeft een duurzaam lange termijn effect op de aantrekkingskracht van de regio voor bedrijven die producten en diensten ontwikkelen op het gebied van de inzet van weer en milieu data voor zakelijke en particuliere toepassingen. Het gaat hier om de aantrekking van bedrijven vanuit binnen en buitenland rondom dit thema, maar ook over de toepassing van de data van Copernicus bij overheden, bedrijven en particulieren. Bijvoorbeeld de duurzame watervoorziening zoals toegepast door de Heineken brouwerijen maar ook invloed op rampenbestrijding, effectievere landbouw, mobiliteit, het effectiever inrichten van de stedelijke omgeving enz. Bovendien zal de vestiging van het Copernicus instituut de reputatie van Utrecht Region op het gebied van Gezond Stedelijk Leven en Duurzaamheid sterk bevorderen. Een sterkere reputatie leidt o.a. tot het aantrekken van meer talent naar de regio op het gebied van Gezond Stedelijk Leven met als resultaat meer innovatie.

Deze pagina is gebouwd op 05/26/2021 14:11:28 met de export van 05/26/2021 14:04:13